Week 32
Naarmate de weken vorderen en die 50 dan toch echt in zicht komt, ben ik ook al bijna een jaar ‘out in the open’ als man. Het voelt best vreemd om gewoon te kunnen ‘zijn’ (hier niet spiritueel bedoeld). Zo’n beetje mijn leven te leiden omdat ik iedere dag steeds minder moeite hoef te stoppen in mijn uiterlijk en mijn gedrag om proberen te bewerkstelligen hoe ik wil dat de wereld mij waarneemt. Dat interesseert mij ook steeds minder.
Ik ben te lang vanuit volle kracht bezig geweest om iets te bereiken (werk, gender) of te verbergen (trauma, CPTSS). Het voelt nu heel vreemd en bijna ‘lui’ dat ik niet meer zo hard hoef te werken.
Door mijn transitie heb ik rust gekregen. Ik probeer daar meer van te genieten.
Pijnlijk blijft het wel om mij te herinneren dat ik zo lang getwijfeld heb of ik dit wel mocht doen.
‘Jij zelf bent in dit traject je grootste vijand’, zei mijn genderbehandelaar ooit. Dat klopte. Want wat ik lastig bleef vinden, is het concept ‘man’ en alles wat daar bij zou moeten horen. Daar heb ik nog steeds niet zoveel idee van trouwens. Mensen zeggen dus vaak tegen mij dat ‘ik gewoon mijzelf moet zijn’. En dat klopt helemaal, maar in mijn geval voelt dat toch iets ingewikkelder. Ik kan mijn jeugd als meisje niet uitzetten. Soms vraag ik mij ook af hoe ik nu in het leven zou staan als ik als jongen zou zijn opgevoed.
‘Je hebt mannen niet nodig om je leven te leiden’, waarschuwde mijn moeder mij vaak. Ik weet waar dit vandaan kwam. Hoe zij zich voelde als meisje dat niet mocht verder leren terwijl dat voor haar broers vanzelfsprekend was. Ik nam haar die uitspraken niet kwalijk, oncomfortabel voelde het wel dat haar jeugd mijn beeld over mannen in het algemeen (en het beeld over mijzelf als man) stevig ten nadele heeft beïnvloed.
Twee jaar voor haar sterven, toen ze al wel enigszins door dementie bevangen was, vertelde ik haar dat ik transgender ben. Ze antwoordde: ‘Misschien is dat waarom er altijd wat met jou was’. Ik vroeg haar nog een keer of ze wel goed begreep wat ik bedoelde te zeggen over mijzelf en ze bevestigde dat gedecideerd. Mijn vader haalde er als voorbeeld voor haar nog het transgender-koppel Louisa en Rowan van tv bij. Toen moesten we samen lachen.
Mijn moeder heeft mij nooit Bay genoemd, de naam die ik mijzelf gaf in januari 2018. Ze onthield dat niet. En dus was ze nog de enige die mijn bij mijn geboortenaam noemde. Dat was ook helemaal prima want ze was mijn moeder. Ik had het wel nog mooi gevonden als ze had gezien hoe haar oudste nu eindelijk meer bij zichzelf en tot rust is gekomen.
Conclusie van deze week: nog steeds geen heel concreet idee wat ‘man zijn’ op dit moment nu precies voor mij betekent maar ik heb zo’n vermoeden dat dit voor elke man (en vrouw en mens) precies zo is.
Geruststellend zeg…eindelijk normaal. 😉
Leave a Reply